La Mondiale.

Het motormerk La Mondiale onstond uit een venootschap tussen de gebroeders Morel en de Nève.
In 1923 werden de eerste La Mondiale's gepresenteerd op het Salon van Brussel.
De motoren die waren ontworpen door de gebroeders Morel waren zeer eigenzinnige ontwerpen en onderscheidde zich vooral door hun chassis in gedreven plaatstaal.
De motoren (308cc tweetakt eencylinders) waren eigen ontwerp en werden ondersteboven in het frame geplaatst om voor een betere koeling te zorgen d.m.v. een rooster dat vooraan in en bovenop het chassis was bevestigd.
De ontsteking gebeurde met vliegwielmagneet, waarbij het vliegwiel meteen ook werd ingeschakelt bij de wrijvingstransmissie.De motoren beschikte over 5 versnellingen. De beide voetsteunen vormde de uitlaten(!) en de benzinetank zat onder het zadel.

Het plaatwerk zou het kenmerk worden van alle Mondiale's. Het maakte ze sterk en verlaagde het zwaartepunt, wat de wegligging ten goede kwam.

De merknaam en de Mondiale modellen werden in 1925 gekocht door: Anciens Etablissements Fondu uit Vilvoorde.
Er werden door Fondu 3 types aangeboden: de Luxe(het orginele Morel model), de Sport en de Tourisme.De Sport(en Grand Sport) hadden Blackburne of JAP 350cc zijklep motoren. Het Tourisme model had een 350cc Villiers tweetakt motor. Alle machines hadden een voorvork van twee zijplaten uit staal.

In 1927 werden ook 500cc types uitgebracht. In 1928 werd een Villiers tweecylinder en een Chaise 500 met bovenliggende nokkenas uitgebracht. In 1928 waren sommige modellen uitgevoerd met cardan as.

Ook sportief liet La Mondiale van zich horen. Er werden overwinningen geboekt op het Circuit van Woluwe(600, 350 en 250cc) en te Francorchamps(350cc). Bekende coureurs waren: Jules Fondu, Schouppe en Rauwers.

In 1928 ontstond "Sa de Constructions Mécaniques Mondiale" na een fusie met SA Outillage et Machines-Outils Blavier.
Tony Blavier en Jean Lambrette waren de beheerders van deze nieuwe onderneming.
In de loop van 1929 werd door verhuis en bouw van ateliers weinig productie gemaakt, hetgeen zich vertaalde in een financieel slecht jaar 1930.

In 1931 kreeg ook La Mondiale steeds meer last van de economische crisis. Wel deed Mondiale nog van zich spreken in wedstrijden. Notet won de Klimwedstrijd van Waver in 250cc klasse en onttroonde met een gemiddelde van meer dan 101km/h Rene Milhoux, die tot dan het record had op een Ready.

In 1932 werd een lichte 150cc Villiers met dubbele uitlaat geintroduceerd om ,zoals vele andere merken, aan de geringe koopkracht van het publiek tegemoed te komen.In 1932 waren alle viertakt motoren van Sturmey-Archer makelij.
Er waren 350,500 en 600cc viertakten en men had speciale Racing modellen in tuimelaar uitvoering.

Het bleef financieel kwakkelen en het laatste model werd in 1933 uitgebracht. Het was een 350cc tweetakt voor een zeer voordelige prijs.(4750 fr). Het mocht niet baten, ergens in 1934 stopte de productie van motoren.

Brussel, 19 rue des Ateliers
Morel, Morel en de Nève
Klik op de "Links"om foto te openen in apart scherm.
Ga naar: